donderdag 15 augustus 2013

Donderdag veggiedag, deel twee

Ik had het al eens verteld, maar ik ben dus een flexitariër. Ik eet wel vlees, maar niet elke dag. Sinds een maand of twee heb ik ook zo goed als alle zuivelproducten vervangen door sojaproducten, een experiment waarvan ik hoopte dat het migraine aanvallen helpen voorkomen. En ja, het werkt voor mij! Ik lust niet zo heel graag soja, maar na twee maanden proef ik het verschil al niet meer, en het was een succesvol experiment. (joepie!!!)
Dit gezegd zijnde, mijn uitzondering op de regel is kaas. Dat kan ik niet missen. Ik lust het te graag, en er is geen alternatief te vinden voor de geitenkaas, cambozola, gorgonzola, en andere speciallekes waar ik de voorkeur aan geef.
 
Maar het ging hier over donderdag veggiedag, en ik dwaal af. Ten eerste, eet de gemiddelde Vlaming eigenlijk net iets te veel vlees. Uit plantaardige bronnen kan je ook voldoende proteïne halen, met een veel lager aantal calorieën dat eraan vasthangt, met een grotere hoeveelheid vezels, etc. Waarom ben ik dan flexitariër in plaats van vegetariër? Omdat ik wel graag vlees lust. En omdat een klein beetje vlees in je dieet ook geen slechte zaak is.
 
Ten tweede is het beter voor het milieu. Sojayoghurt heeft een kleinere ecologische voetafdruk dan gewone yoghurt, om een voorbeeld te geven. Veeteelt vergt meer van onze omgeving, dan plantaardige voedingsmiddelen.
 
Ten derde vind ik het leuk. Ik beschouw het als een uitdaging om altijd opnieuw op zoek te gaan naar leuke, interessante, gezonde, en vooral lekkere vegetarische gerechten, en als ik ze niet vind zoals ik in gedachten heb, dan verzin ik zelf wel iets.
 
Een tijdje geleden stond Risi e bisi op het menu. De tijd ontbrak mij echter om direct werk te maken van een blogberichtje.
 
Dit is geen recept dat ik volledig uit mijn duim gezogen heb. Ik zag Rick Stein het ooit maken op TV, en ik dacht hmmm... dat kan niet slecht zijn. Maar een paar dagen later was ik het eigenlijk vergeten.
 
Een paar jaar later leerde ik risotto maken, en ik had een aha-moment. Sindsdien maak ik het heel regelmatig, in allerlei vormen en varianten. En zo ook risi e bisi, of erwtjesrisotto. Het is eigenlijk een klassieke combinatie uit de Italiaanse keuken, meer bepaald uit Venetië. Het dateert al uit de 16de eeuw, en werd op 25 april klaargemaakt voor de viering van de patroonheilige van de stad.
 
Traditioneel is risi e bisi vloeibaarder, meer tussen soep en risotto in, noch het een, noch het ander, maar daar doe je natuurlijk mee wat je wil.
 
Maar we zullen eens aan de slag gaan, en het klaarmaken, in plaats van erover te praten.
 
Wat heb je nodig (voor 4 personen)?
 
- 400g risottorijst (arborio of carnaroli)
- een sjalotje
- een glas droge witte wijn
- olijfolie
- een 2-tal l bouillon van groenten en tuinkruiden (de hoeveelheid hangt af van hoe vloeibaar je de risi e bisi wil maken, maar ik maak liever wat teveel dan wat te weinig)
- 500 g diepvries erwtjes
- 100 g Italiaanse kaas (meestal wordt Grana padano of Parmezaanse kaas gebruikt, maar probeer zeker ook eens Provolone of Pecorino, ook zeker de moeite waard)
 
 
En hoe begin je eraan? Makkelijk
 
- Snipper de sjalot fijn, rasp de kaas, en zet alle ingrediënten klaar, zodat je vlot kan verderwerken.
- Fruit de sjalot glazig in wat olijfolie. Doe de rijst erbij, en bak kort mee. Goed roeren, zodat alle rijstkorrels een laagje olijfolie hebben.
- Als de rijstkorrels glazig beginnen te worden, voeg dan de witte wijn toe.
Blijf roeren tot de wijn geabsorbeerd is, en voeg een lepel bouillon toe, en opnieuw blijven roeren.
- Het vuur mag niet te warm zijn, de risotto mag niet koken, maar heel zachtjes sudderen.
- Blijf roeren en bouillon bijdoen tot de rijst half gaar is. Als je een korrel in twee bijt, moet hij aan de buitenkant zacht beginnen te worden, maar nog een harde kern hebben.
- Doe de erwtjes bij in de pan, en blijf opnieuw roeren en bouillon toevoegen, tot de erwtjes gaar zijn, en de risotto al dente. Als je de risotto nu graag wat vloeibaarder wil, kun je nog wat extra bouillon toevoegen.
 
 
 
 
- Doe de kaas bij in de pan, roer goed tot alles gesmolten is. Proef en kruid af met peper en nootmuskaat. Je kunt er nog verse kruiden bijdoen, maar eigenlijk hoeft dat voor mij niet echt, ik vind het perfect zo.
- Ik zet op de tafel altijd nog een grote punt kaas, en een rasp. Er hoort voor mij nog een genereuze portie kaas over geraspt worden, maar dat is ieders eigen keuze.
 
 
 
 

Smakelijk!!!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten